Koninklijke Ridders van de Katteköp

Narrendom Haren

Carnavalsvereniging

Prinsenaanstellingen

Nadat beslist was om in het Narrendom Haren een carnavalstoet te organiseren was het vanzelfsprekend dat er ook een prins zou "aangesteld" worden. Wij zeggen wel degelijk "aanstelling" omdat in Haren er steeds vanuit gegaan is dat er geen officiële verkiezing van de prins zou gebeuren. Een traditie die op sommige andere plaatsen, vooral buiten de provincie Limburg, wel het geval is.


Zoals het ook nu nog steeds het geval is, werden er verschillende personen uit de gemeente Haren in de grootste geheimzinnigheid gecontacteerd. De moeilijkheidsgraad voor het vinden van een geschikte kandidaat lag bijzonder hoog. Immers, het was niet de allereerste prins, wat toch een behoorlijke drempelvrees veroorzaakte, maar - en dat was in die tijd een bijkomende voorwaarde - door feit dat de nieuwe prins niet mocht gehuwd zijn of met andere woorden zoals men dat in Haren uitdrukt "jonkman" diende te zijn, maakte de zoektocht nog een graad moeilijker.


Anderzijds mag niet uit het oog verloren worden dat er door velen, ondanks het enthousiasme dat er leefde, toch een afwachtende houding aangenomen werd. In de wandelgangen hoorde je stilletjes door de grootste pessimisten fluisteren "dat is maar voor één jaar", wat de onzekerheid begrijpelijk nog aanwakkerde. Maar goed, na heel wat avondbezoeken, aan talloze Harense huisgezinnen, werd uiteindelijk op de valreep de geschikte persoon gevonden. Het spreekwoord "Als de nood het hoogst is, is de redding nabij" was hier zeker van toepassing en is ook nu nog vaak geldig. Om dus definitief van wal te steken, werd op zaterdag 12 februari 1972 in de Parochiezaal van Widooie de eerste Harense Carnavalsprins aan het talrijk opgekomen publiek voorgesteld. Voor de gelegenheid werd trouwens nog een tent aan de zaal bijgebouwd, omdat er nogal wat volk verwacht werd. Een inschatting die na afloop correct bleek te zijn.


Het orkest The Grubby's zorgde voor de muzikale omlijsting en om het geheel ook nog een carnavaleske toets te geven werd beroep gedaan op komiek en entertainer Dorus II, als imitator van de legendarische Nederlandse TV-ster Dorus. Precies om 23u11 werd TONY I (Deploige) uit Widooie, aangesteld als eerste prins van de "De Volksvrienden" (eerste oorspronkelijke benaming van de vereniging).


De eerste moeilijke stap was gezet, en na de afsluiting van de eerste carnavalstoet, en de vele positieve reacties, stond er niets anders op dan door te gaan. Uitgaande van de veronderstelling dat de tweede prinsaanstelling nog meer toeschouwers zou aantrekken, en de Parochiezaal van Widooie allicht te klein zou uitvallen, werd in overleg met de Garage Pipelers in Haren, overeengekomen om het atelier en de etalage voor één dag in gebruik te nemen. Vrijdagavond werd er gestart met het leegmaken van het atelier en de etalage, zaterdagmorgen werd alles verder afgewerkt, zaterdagavond ging het feest van start en zondagmorgen diende alles weer netjes opgeruimd te worden, zodat garage-uitbater Pipelers 's maandags opnieuw aan de slag kon gaan. Een helse karwei die echter zeer goed was verlopen. Het was JULIEN I (Kersten) uit Piringen die op zaterdag 17 februari 1973 aangesteld werd tot de nieuwe prins van de Harense carnaval. Het is trouwens bij die gelegenheid dat de spreker van dienst Gerard Lemmens, als een ludieke uitspraak, voor het eerst de naam "Ridders van de Katteköp" heeft laten vallen.


Als gevolg van steeds maar toenemende populariteit van de Harense carnaval, werd voor de derde editie van de aanstelling van de nieuwe Prins, zijnde deze voor het carnavalseizoen 1974, beroep gedaan op een verwarmde feesttent met volledige houten bevloering. Deze Prinsaanstelling vond plaats te Widooie op zaterdag 9 februari 1974 en het was STANY I (Hayen) uit Bommershoven, die als nieuwe prins werd ontmaskerd voor een overvolle feesttent. De feitelijke aanstelling van de prins werd voorafgegaan door een carnavaleske zitting met dansmariekes, tonpraters, enz..., terwijl er ook heel wat verenigingen uit andere steden en gemeenten aanwezig waren.


Twee elementen die de echte carnavalsfeer zeker positief in de hand werkten. En of dit alles nog niet genoeg was, werd op verzoek van het Harense publiek ook nog een Jeugdprins aangesteld. Het was PATRICK I (Paque) uit Haren die als eerste Jeugdprins van Haren de spits mocht afbijten. De aanstelling van de jeugdprins gebeurde toen ook dezelfde avond als de aanstelling van de prins. Voor de vierde editie van de prinsenaanstelling stond de verwarmde feesttent op 25 januari 1975 opgesteld in Piringen aan de Tomstraat.


Na een rijkelijk gevulde showavond waarbij liefst drie Harense tonpraters op het podium verschenen, werden JEF I ( D'Huys) uit Piringen en HERMAN I (Vanherck) uit Widooie respectievelijk uitgeroepen tot Prins en Jeugdprins 1975. Doordat er een carnavalsvereniging, namelijk de Leutkneuters uit Kaatsheuvel (NL) aanwezig was, kreeg de prinsenverkiezing eveneens voor het eerst een internationaal tintje. In de tonredes werd de nakende fusies van gemeenten stevig op de korrel genomen. "Hoare blif Hoare", zo scandeerde men, doch helaas hebben deze noodkreten nooit enig gevolg gekregen. Op 14 februari 1976 werd de feesttent opgesteld te Bommershoven, waar respectievelijk Jeugdprins PATRICK I (Vermeulen) uit Piringen en Prins GUY I (Swijsen) voor de laatste maal ontmaskerd werden door burgemeester Camille Guisson. De fusies van gemeenten stonden immers voor de deur en in zijn slottoespraak drukte de emotionele burgervader de wens uit opdat carnaval in Haren, zich niet zou laten afschrikken door deze fusie, doch dat de carnaval, die ondertussen reeds vijf jaar actief was, op dezelfde wijze zou verder gezet worden.


Voor de muzikale omlijsting werd beroep gedaan op een heus Tirolerorkest "Die Tiroler Almdudler" die een unieke sfeer wisten te scheppen. Het was trouwens een erg succesvolle prinsenaanstelling, met liefst om en bij de 1.000 aanwezigen.


Voor het eerst in de annalen van de Harense carnaval duikt de naam van de siroopfabriek Lowette in Bommershoven op als mogelijke plaats voor de organisatie van de prinsenverkiezing. Het zal echter tot de prinsaanstelling van 1982 duren vooraleer definitief afscheid genomen werd van de verwarmde feesttenten. Inderdaad, in 1981 kwam er een einde aan het tijdperk van de verwarmde feesttenten die beurtelings in de verschillende dorpen opgesteld werden.


Er ging ontegensprekelijk een zekere charme en nostalgie verloren. Carnavalminnend Haren heeft de gezellige sfeer die er in de tenten heerste steeds erg op prijs weten te stellen. De vaak rond de 1000 aanwezigen waren hiervan het beste bewijs. Het werd echter alsmaar moeilijker en duurder om deze tenten te plaatsen, zonder dan nog te spreken van het enorme werk, soms in gure winterse weersomstandigheden, dat het opstellen en het afbreken van zulke tenten met zich bracht. De oude siroopfabriek te Bommershoven werd omgedoopt tot "narrentempel" en voor de Ridders van de Katteköp openden zich nieuwe mogelijkheden en uitdagingen.


De eerste prinsaanstellingen van de Katteköp in de feesthallen van Bommershoven dateert van zaterdag 7 februari 1982. Het was Prins Michel I (Wouters) die tot nieuwe prins werd uitgeroepen, terwijl zondagnamiddag 8 februari 1982 Jeugdprins Raf I (Missotten) aan het publiek werd voorgesteld.


Ter gelegenheid van het carnavalseizoen 1979 werd inderdaad besloten om de jeugdprins niet meer samen met de prins te verkiezen op zaterdagavond maar wel op zondagnamiddag. De bedoeling was om ook de jeugd dichter bij carnaval te betrekken en vandaar dat er vanaf toen steeds een gezellige kindernamiddag werd ingericht. Het was de in die tijd alom gekende TV-ster Tante Terry die de Harense jeugd op zondag 11 februari 1979 een onvergetelijke namiddag wist te bezorgen.


Zoals bij het begin van deze rubriek beschreven werd, namelijk dat de basisvoorwaarde om prins te worden, de kandidaat in ieder geval een "jonkman" diende te zijn, werd in 1984 doorbroken. Het was Prins WILLY I (Vissers) uit Bommershoven die hier als eerste door het lint ging. Vermeldenswaard is zeker de prinsenaanstelling van 1986, tijdens welke de Ridders van de Katteköp een minister, namelijk Patrick Dewael (op dat moment Minister van Cultuur), op bezoek kregen. De eer om de nieuwe Prins FILIP II (Mertens) uit Widooie te ontmaskeren, werd uiteraard aan hem overgelaten. Diezelfde avond vond ook de verbroedering plaats tussen Haren en de stadscarnaval van Koblenz, terwijl de wegen er spekglad bij lagen.


Opmerkelijk is ook het feit dat in 1991 vader JOHNY I (Moureaux) en zoon ROEL I (Moureaux) in hetzelfde jaar aangesteld werden tot Prins en Jeugdprins, en dat vanaf 1996 ook de meisjes hun intrede hebben gedaan bij de Jeugdprinsen. Het was MIET I (Moors) die in 1996 de spits mocht afbijten en de kroon van Jeugdprinses mocht dragen.


Bij de Ridders van de Katteköp bestaat ook de traditie om de scepter, die opgebouwd is uit een houten gebeeldhouwde kattekop op een staf en versierd met een narrenkraag en dito belletjes, jaarlijks door te geven. We zien deze scepter bij de prins voor het eerst opduiken in 1984 ter gelegenheid van de intronisatie van Prins Willy I (Vissers) later, met name in 1986 ook voor de jeugdprins, in een iets kleiner formaat. Bij de jeugdprinsen was het Jan I (Smets) die voor het eerst deze wisselscepter voor jeugdprinsen gedurende één jaar heeft mogen koesteren.


Klik hier voor een overzicht van al de personen die in de loop der jaren de titel van Prins, Prinses, Jeugdprins,Jeugdprinses en Prins of Prinses van de Derde Jeugd hebben mogen dragen.